Facts of therapy
EMDR
Letterlijk betekent dit: Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Vooral toegepast bij trauma's. Een traumatisch beeld zit met veel emotionele lading opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Als zo'n herinnering wordt opgehaald wordt het geheugenspoor plastisch en te veranderen. Door tegelijkertijd een herinnering voor de geest te houden en de lichtbewegingen te volgen, raakt het werkgeheugen overbelast. Het lukt dan niet om die geactiveerde herinnering met dezelfde emotionele lading vast te houden en opnieuw op te slaan in het langetermijngeheugen. Het beeld vervaagt en verliest zijn lading.
www.youtube.com/watch?v=FubVAveULcU&feature=youtu.be
www.youtube.com/watch?v=FubVAveULcU&feature=youtu.be
wandelen doet een mens goed
Voor fervente wandelaars is dit allang bekend, maar nu is er ook onderzoek dat laat zien dat buiten wandelen daadwerkelijk voor een positief gevoel zorgt. Eén kanttekening: het werkt alleen wanneer u in een natuurlijke, groene omgeving gaan lopen.
“Het was vrij opvallend dat een wandeling van 90 minuten al zo’n meetbaar effect had”
Dit suggereert een onderzoek van de Stanford Universiteit. De onderzoekers lieten één groep mensen 90 minuten lang wandelen in de groene natuur. Een andere groep wandelde 90 minuten lang door een urbaan gebied. De mensen in de ‘groene groep’ hadden naderhand minder negatieve, repeterende gedachten over zichzelf dan de anderen. Dit soort gedachten zijn in eerdere onderzoeken gelinkt aan een verhoogde kans op depressie.
“Het was vrij opvallend dat een wandeling van 90 minuten al zo’n meetbaar effect had”, aldus Gregory Bratman, één van de onderzoekers. De resultaten werden gemeten aan de hand van een vragenlijst en een hersenscan, beide zowel voor als na de wandeling. Waar de vragenlijst inzicht gaf in hoe de deelnemers zelf zeiden dat ze zich voelden, liet de scan zien dat de hersenen van de mensen in de groep die in de natuur had gewandeld, minder actief waren in een gebied dat wordt geassocieerd met de kans dat iemand een geestelijke ziekte krijgt.
Hoewel het helende effect van de natuur reeds lang bekend is, is het fascinerend om te zien dat een wandeling in het bos blijkbaar al verschil kan maken op het niveau van meetbare hersenactiviteit. Dus..de paden op, de lanen in! In het kader hiervan vindt u deze blote voetenpaden wellicht een interessante uitdaging om deze zomer eens te proberen....
“Het was vrij opvallend dat een wandeling van 90 minuten al zo’n meetbaar effect had”
Dit suggereert een onderzoek van de Stanford Universiteit. De onderzoekers lieten één groep mensen 90 minuten lang wandelen in de groene natuur. Een andere groep wandelde 90 minuten lang door een urbaan gebied. De mensen in de ‘groene groep’ hadden naderhand minder negatieve, repeterende gedachten over zichzelf dan de anderen. Dit soort gedachten zijn in eerdere onderzoeken gelinkt aan een verhoogde kans op depressie.
“Het was vrij opvallend dat een wandeling van 90 minuten al zo’n meetbaar effect had”, aldus Gregory Bratman, één van de onderzoekers. De resultaten werden gemeten aan de hand van een vragenlijst en een hersenscan, beide zowel voor als na de wandeling. Waar de vragenlijst inzicht gaf in hoe de deelnemers zelf zeiden dat ze zich voelden, liet de scan zien dat de hersenen van de mensen in de groep die in de natuur had gewandeld, minder actief waren in een gebied dat wordt geassocieerd met de kans dat iemand een geestelijke ziekte krijgt.
Hoewel het helende effect van de natuur reeds lang bekend is, is het fascinerend om te zien dat een wandeling in het bos blijkbaar al verschil kan maken op het niveau van meetbare hersenactiviteit. Dus..de paden op, de lanen in! In het kader hiervan vindt u deze blote voetenpaden wellicht een interessante uitdaging om deze zomer eens te proberen....
act
Wat is ACT?
ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy (Hayes, Wilson & Strosahl). Dit is een derde generatie gedragstherapie die cliënten helpt om op een flexibele manier om te gaan met de obstakels die ze tegenkomen (Acceptance), zodat men kan blijven investeren in de dingen die ze écht belangrijk vinden (Commitment). ACT bestaat uit zes verschillende processen / vaardigheden, vaak uitgebeeld in het ACT-hexaflex:
Acceptatie: Ruimte maken voor vervelende ervaringen.
Defusie: Afstand nemen van je gedachten.
Het Zelf: Flexibel omgaan met je zelf(beeld).
Hier en Nu: Aandacht voor het Hier en Nu.
Waarden: Stilstaan bij wat je echt belangrijk vindt.
Toegewijd Handelen: Investeren in je waarden.
Deze ACT-vaardigheden zorgen er samen voor dat iemand psychologisch flexibeler wordt. Het doel van ACT is dus niet zeer het reduceren van klachten, maar het ontwikkelen van persoonlijke veerkracht. Bij ACT wordt er veel gebruikt gemaakt van metaforen en oefeningen; men ontwikkelt zo op een ervaringsgerichte manier de verschillende ACT-vaardigheden.
Werkt ACT?
ACT is erkend als evidence based therapy voor de depressieve-stoornis, verschillende angststoornissen, dwangstoornis, psychose en chronische pijn (APA, 2010). Tevens is ACT effectief gebleken bij het vergroten van het algemeen welzijn van een cliënt; er hoeft dus geen sprake te zijn van psychopathologie om baat te hebben bij deze therapievorm.
Meer over ACT?
Wilt u meer weten over ACT? Zie onderstaande video’s voor een toegankelijke introductie van ACT. Klik hier voor een uitgebreid introducerend artikel met betrekking tot ACT.
ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy (Hayes, Wilson & Strosahl). Dit is een derde generatie gedragstherapie die cliënten helpt om op een flexibele manier om te gaan met de obstakels die ze tegenkomen (Acceptance), zodat men kan blijven investeren in de dingen die ze écht belangrijk vinden (Commitment). ACT bestaat uit zes verschillende processen / vaardigheden, vaak uitgebeeld in het ACT-hexaflex:
Acceptatie: Ruimte maken voor vervelende ervaringen.
Defusie: Afstand nemen van je gedachten.
Het Zelf: Flexibel omgaan met je zelf(beeld).
Hier en Nu: Aandacht voor het Hier en Nu.
Waarden: Stilstaan bij wat je echt belangrijk vindt.
Toegewijd Handelen: Investeren in je waarden.
Deze ACT-vaardigheden zorgen er samen voor dat iemand psychologisch flexibeler wordt. Het doel van ACT is dus niet zeer het reduceren van klachten, maar het ontwikkelen van persoonlijke veerkracht. Bij ACT wordt er veel gebruikt gemaakt van metaforen en oefeningen; men ontwikkelt zo op een ervaringsgerichte manier de verschillende ACT-vaardigheden.
Werkt ACT?
ACT is erkend als evidence based therapy voor de depressieve-stoornis, verschillende angststoornissen, dwangstoornis, psychose en chronische pijn (APA, 2010). Tevens is ACT effectief gebleken bij het vergroten van het algemeen welzijn van een cliënt; er hoeft dus geen sprake te zijn van psychopathologie om baat te hebben bij deze therapievorm.
Meer over ACT?
Wilt u meer weten over ACT? Zie onderstaande video’s voor een toegankelijke introductie van ACT. Klik hier voor een uitgebreid introducerend artikel met betrekking tot ACT.
schematherapie
Schematherapie is een Integratieve Cognitieve Gedragstherapie ontwikkeld door Jeffrey Young en zijn collega's vanaf 1990. Een therapeutische behandeling die gericht is op patiënten met moeilijk behandelbare psychische klachten.
Schematherapie is een therapeutische benadering waarin elementen uit cognitieve, gedragstherapeutische en psychodynamische modellen, hechtings- en Gestalt-modellen met elkaar worden gecombineerd.
De therapie heeft als doel oude disfunctionele schema's bij patiënten te onderkennen en te doorbreken. De therapie wordt tegenwoordig gezien als een effectieve behandeling voor een breed scala van psychische problemen.
Informatieverwerking
Als informatie door een persoon eenzijdig en vervormd geïnterpreteerd wordt leidt dit tot extreme emoties en probleemgedrag. De 'misinterpretatie' van informatie kan gebeuren doordat men als kind bepaalde ideeën heeft gekregen over zichzelf, andere mensen en gebeurtenissen waardoor er zogenoemde denkschema's zijn ontstaan.
Deze denkschema's kunnen ontstaan zijn als gevolg van schadelijke ervaringen in de kindertijd en kunnen op volwassen leeftijd nog steeds bestaan omdat ze nooit gecorrigeerd zijn en disfunctioneel zijn, dat wil zeggen niet meer kloppend voor de huidige situatie en daardoor allerlei gevolgen hebben voor de persoon en zijn omgeving.
Schematheorie
Volgens Aaron Beck (1967) is een schema:
Een (cognitieve) structuur om stimuli die op het menselijk organisme inwerken te screenen, coderen en evalueren.... Op basis van een matrix van schema's is een persoon in staat om zich te oriënteren in relatie tot tijd en ruimte en om ervaringen op een betekenisvolle wijze te categoriseren en te interpreteren.
We kunnen dus zeggen dat schema's de manier bepalen waarop wij de wereld om ons heen ervaren in al zijn facetten van denken, voelen en handelen.
Disfunctionele schema's
Disfunctionele schema's zijn door hun vroege ontstaansgeschiedenis in alle volgende levensfasen actief geweest en hebben hun werking doen gelden.
Dit heeft geleid tot een continue herhaling van schema-bevestigende ervaringen en een gebrek aan schema-ontkrachtende ervaringen. Juist door deze herhaling van gebeurtenissen zijn disfunctionele schema's structureel geworden en hebben andere, meer functionele schema's zich niet kunnen ontwikkelen. Hierdoor zijn ze vaak moeilijk te veranderen omdat ze erg vertrouwd zijn en erg passen bij iemands identiteit. Schema's sturen dus van jongs af aan het gedrag. De informatie wordt er door geselecteerd en vervormd zodat het past in het schema. De gevolgen van dit gedrag bevestigen het schema weer.
Behandelingsopzet
Om de behandeling van patiënten met hechtingsproblemen mogelijk te maken werd door Jeffrey Young in 1990 vijf theoretische constructen voorgesteld als uitbreiding van het cognitieve model zoals voorgesteld door Aaron Beck en zijn collega 's (1979) zoals : oude onaangepaste schema's, schemadomeinen, schemabevestiging, schemavermijding en schemacompensatie.
Oude of vroege onaangepaste schema's zijn stabiele schema's die in de kindertijd zijn ontwikkeld en in belangrijke mate disfunctioneel kunnen zijn en bij een persoon veel emotionele en sociale problemen kunnen veroorzaken zoals in de omgang met anderen.
Er worden vijf schemadomeinen onderscheiden die in het totaal opgebouwd zijn uit achttien vroege onaangepaste schema's.
Deze schemadomeinen zijn :
- onverbondenheid en afwijzing,
- verzwakte autonomie en verminderd functioneren,
- verzwakte grenzen,
- gerichtheid op anderen,
- overmatige waakzaamheid en inhibitie (geremdheid).
Schemabevestiging verwijst naar processen waardoor deze vroege onaangepaste schema's worden bekrachtigd. Deze processen omvatten zowel cognitieve vervormingen als zelfondermijnende gedragspatronen en zijn verantwoordelijk voor de rigiditeit (starheid) die zo kenmerkend is voor hechtingsproblemen.
Van schemavermijding is sprake wanneer vroege onaangepaste schema's worden ervaren en een persoon een hoog niveau van affect ervaart, zoals woede, angst, verdriet of schuld. Dit zijn emoties die als onaangenaam worden ervaren en stelt processen in werking die het schema en de ervaring trachten te vermijden.
Schemacompensatie verwijst naar processen die de vroege onaangepaste schema's compenseren en kunnen gezien worden als gedeeltelijk succesvolle pogingen van patiënten om hun schema's uit te dagen.
Kenmerken van oude onaangepaste schema's
Deze schema's zijn niet altijd het gevolg van traumatische ervaringen in de kindertijd zo kan een schema van afhankelijkheid/incompetentie zich ontwikkelen zonder dat daar een trauma aan ten grondslag ligt. Niet alle schema's zijn dus het gevolg van een trauma maar ze zijn altijd wel destructief en ontstaan veelal door herhaling van schadelijke ervaringen in de kindertijd en adolescentie. Verder is de verwerking cumulatief en de schema's zijn zeer moeilijk te veranderen.
Het feit dat schema's disfunctioneel zijn blijkt meestal op latere leeftijd in het contact met anderen als blijkt dat de rigide schema's een onjuiste perceptie veroorzaken in sociale situaties.
Schema's zijn verschillend in sterkte (dimensionaal) oproepbaar. Als het schema sterker aanwezig is zal het in meer situaties geactiveerd worden, meer negatief effect hebben, sterkere emoties veroorzaken en langer aanhouden.
Het gevolg van het voorgaande is dat deze onaangepaste schema's een belemmering vormen in het gezond functioneren van een persoon met allerlei gevolgen zoals o.a. stress, angst en depressie, een sociaal inadequate communicatie en binding met de omgeving zoals met familie, vrienden en collega's op het werk.
Behandeldoel
Schematherapie tracht middels een integratieve cognitieve gedragstherapie de werking van deze onaangepaste schema's minder sterk te maken.
Dit gebeurt naast het gebruik van diverse therapeutische technieken zoals imaginatie, meerstoelentechniek, empathische confrontatie, cognitief herstuctureren, enzovoorts, ook vooral door een empathische en flexibele therapierelatie.
Deze therapierelatie moet o.a. zorgen voor continuering van de therapie, psychologische bewustwording en inzicht, het emotioneel doorwerken van schema's en het uiteindelijk minder dominant maken van copingstrategieën en copingreacties (die veroorzaakt worden door de eerder besproken disfunctionele schema's) met als doel de betrokken patiënt minder klachten te laten ervaren.
Schematherapie is een therapeutische benadering waarin elementen uit cognitieve, gedragstherapeutische en psychodynamische modellen, hechtings- en Gestalt-modellen met elkaar worden gecombineerd.
De therapie heeft als doel oude disfunctionele schema's bij patiënten te onderkennen en te doorbreken. De therapie wordt tegenwoordig gezien als een effectieve behandeling voor een breed scala van psychische problemen.
Informatieverwerking
Als informatie door een persoon eenzijdig en vervormd geïnterpreteerd wordt leidt dit tot extreme emoties en probleemgedrag. De 'misinterpretatie' van informatie kan gebeuren doordat men als kind bepaalde ideeën heeft gekregen over zichzelf, andere mensen en gebeurtenissen waardoor er zogenoemde denkschema's zijn ontstaan.
Deze denkschema's kunnen ontstaan zijn als gevolg van schadelijke ervaringen in de kindertijd en kunnen op volwassen leeftijd nog steeds bestaan omdat ze nooit gecorrigeerd zijn en disfunctioneel zijn, dat wil zeggen niet meer kloppend voor de huidige situatie en daardoor allerlei gevolgen hebben voor de persoon en zijn omgeving.
Schematheorie
Volgens Aaron Beck (1967) is een schema:
Een (cognitieve) structuur om stimuli die op het menselijk organisme inwerken te screenen, coderen en evalueren.... Op basis van een matrix van schema's is een persoon in staat om zich te oriënteren in relatie tot tijd en ruimte en om ervaringen op een betekenisvolle wijze te categoriseren en te interpreteren.
We kunnen dus zeggen dat schema's de manier bepalen waarop wij de wereld om ons heen ervaren in al zijn facetten van denken, voelen en handelen.
Disfunctionele schema's
Disfunctionele schema's zijn door hun vroege ontstaansgeschiedenis in alle volgende levensfasen actief geweest en hebben hun werking doen gelden.
Dit heeft geleid tot een continue herhaling van schema-bevestigende ervaringen en een gebrek aan schema-ontkrachtende ervaringen. Juist door deze herhaling van gebeurtenissen zijn disfunctionele schema's structureel geworden en hebben andere, meer functionele schema's zich niet kunnen ontwikkelen. Hierdoor zijn ze vaak moeilijk te veranderen omdat ze erg vertrouwd zijn en erg passen bij iemands identiteit. Schema's sturen dus van jongs af aan het gedrag. De informatie wordt er door geselecteerd en vervormd zodat het past in het schema. De gevolgen van dit gedrag bevestigen het schema weer.
Behandelingsopzet
Om de behandeling van patiënten met hechtingsproblemen mogelijk te maken werd door Jeffrey Young in 1990 vijf theoretische constructen voorgesteld als uitbreiding van het cognitieve model zoals voorgesteld door Aaron Beck en zijn collega 's (1979) zoals : oude onaangepaste schema's, schemadomeinen, schemabevestiging, schemavermijding en schemacompensatie.
Oude of vroege onaangepaste schema's zijn stabiele schema's die in de kindertijd zijn ontwikkeld en in belangrijke mate disfunctioneel kunnen zijn en bij een persoon veel emotionele en sociale problemen kunnen veroorzaken zoals in de omgang met anderen.
Er worden vijf schemadomeinen onderscheiden die in het totaal opgebouwd zijn uit achttien vroege onaangepaste schema's.
Deze schemadomeinen zijn :
- onverbondenheid en afwijzing,
- verzwakte autonomie en verminderd functioneren,
- verzwakte grenzen,
- gerichtheid op anderen,
- overmatige waakzaamheid en inhibitie (geremdheid).
Schemabevestiging verwijst naar processen waardoor deze vroege onaangepaste schema's worden bekrachtigd. Deze processen omvatten zowel cognitieve vervormingen als zelfondermijnende gedragspatronen en zijn verantwoordelijk voor de rigiditeit (starheid) die zo kenmerkend is voor hechtingsproblemen.
Van schemavermijding is sprake wanneer vroege onaangepaste schema's worden ervaren en een persoon een hoog niveau van affect ervaart, zoals woede, angst, verdriet of schuld. Dit zijn emoties die als onaangenaam worden ervaren en stelt processen in werking die het schema en de ervaring trachten te vermijden.
Schemacompensatie verwijst naar processen die de vroege onaangepaste schema's compenseren en kunnen gezien worden als gedeeltelijk succesvolle pogingen van patiënten om hun schema's uit te dagen.
Kenmerken van oude onaangepaste schema's
Deze schema's zijn niet altijd het gevolg van traumatische ervaringen in de kindertijd zo kan een schema van afhankelijkheid/incompetentie zich ontwikkelen zonder dat daar een trauma aan ten grondslag ligt. Niet alle schema's zijn dus het gevolg van een trauma maar ze zijn altijd wel destructief en ontstaan veelal door herhaling van schadelijke ervaringen in de kindertijd en adolescentie. Verder is de verwerking cumulatief en de schema's zijn zeer moeilijk te veranderen.
Het feit dat schema's disfunctioneel zijn blijkt meestal op latere leeftijd in het contact met anderen als blijkt dat de rigide schema's een onjuiste perceptie veroorzaken in sociale situaties.
Schema's zijn verschillend in sterkte (dimensionaal) oproepbaar. Als het schema sterker aanwezig is zal het in meer situaties geactiveerd worden, meer negatief effect hebben, sterkere emoties veroorzaken en langer aanhouden.
Het gevolg van het voorgaande is dat deze onaangepaste schema's een belemmering vormen in het gezond functioneren van een persoon met allerlei gevolgen zoals o.a. stress, angst en depressie, een sociaal inadequate communicatie en binding met de omgeving zoals met familie, vrienden en collega's op het werk.
Behandeldoel
Schematherapie tracht middels een integratieve cognitieve gedragstherapie de werking van deze onaangepaste schema's minder sterk te maken.
Dit gebeurt naast het gebruik van diverse therapeutische technieken zoals imaginatie, meerstoelentechniek, empathische confrontatie, cognitief herstuctureren, enzovoorts, ook vooral door een empathische en flexibele therapierelatie.
Deze therapierelatie moet o.a. zorgen voor continuering van de therapie, psychologische bewustwording en inzicht, het emotioneel doorwerken van schema's en het uiteindelijk minder dominant maken van copingstrategieën en copingreacties (die veroorzaakt worden door de eerder besproken disfunctionele schema's) met als doel de betrokken patiënt minder klachten te laten ervaren.
oplossingsgerichte coaching
Oplossingsgerichte coaching is een kortdurend doelgerichte en persoonlijke begeleiding. Het is een positieve manier van coaching waarbij actief naar de gewenste situatie wordt toegewerkt.
Wij helpen je om weer in jouw kracht te komen, jouw talenten te laten ontdekken en te ontwikkelen door de gewenste situatie concreet te maken. In het coachingstraject krijg je meer inzicht in eigen denken, voelen en handelen en ben je beter in staat persoonlijke doelen te realiseren.
Voor wie
Oplossingsgerichte coaching kan worden ingezet voor:
Wij helpen je om weer in jouw kracht te komen, jouw talenten te laten ontdekken en te ontwikkelen door de gewenste situatie concreet te maken. In het coachingstraject krijg je meer inzicht in eigen denken, voelen en handelen en ben je beter in staat persoonlijke doelen te realiseren.
Voor wie
Oplossingsgerichte coaching kan worden ingezet voor:
- Persoonlijke verandering en zelfinzicht
- Versterken van zelfvertrouwen
- Ontwikkelen van talenten
- Beter voor jezelf opkomen
- Stressmanagement
- Burn-out preventie
- Conflicthantering
- Angsten en fobieën
Wat je niet moet zeggen tegen iemand met een depressie
emdr en traumaverwerking
constructief denken
de verschillende stadia van een burn out
Wat is cgt?
Maak een gratis website met Weebly